lampen


Verlengen van de levensduur van gloeilampen
In dit stukje laat ik zien hoe je de levensduur van gloeilampen zeker met een factor 10 kan verlengen. Dit is interessant omdat de gloeilampen goedkoop zijn, een uitstekende licht én warmtebron zijn, maar helaas nog maar sporadisch verkrijgbaar zijn. Met de hieronder beschreven methode om de levensduur te verlengen brandt op dit moment een gloeilamp ongeveer 13.000 uur (!), dat is ruim 13 keer langer dan normaal.

korte versie op Youtube

Het volgende is eerder gepubliceerd in Trionyx 2012 10(3): 94-97

Sinds 2009 worden gloeilampen gefaseerd uit de handel genomen, afgelopen september waren de 60 W lampen aan de beurt. Dit jaar worden alle “normale” gloeilampen in de ban gedaan. Voor speciale gloeilampen, bijvoorbeeld warmtelampen voor terraria, is een uitzondering gemaakt en zullen verkrijgbaar blijven. Maar ik vind het erg jammer dat de gewone gloeilamp verdwijnt. Het is een goedkope warmte- en lichtbron voor het schildpaddenterrarium. Ik heb dan ook een voorraadje gloeilampen ingeslagen, maar ook daar komt eens een eind aan. In dit artikel zal ik drie methoden beschrijven hoe je langer met de gloeilamp kunt doen.

Al lang is bekend dat gloeilampen veel langer meegaan wanneer ze op een lagere spanning (lager voltage) branden. Dit zou natuurlijk een goede oplossing zijn omdat je dan veel langer met de aangelegde voorraad gloeilampen doet. Eerder had ik van vijf gloeilampen bijgehouden hoelang ik er mee deed als ik ze gewoon op 230 V liet branden. Gemiddeld brandden de lampen 1245 uur, dit komt aardig overeen met het gemiddelde van 1000 branduren dat voor gloeilampen wordt opgegeven.

Twee lampen in serie:
Wanneer twee gloeilampen in serie met elkaar verbonden worden zal de spanning (230 V) zich gelijk over beide lampen verdelen. Het “nieuwe vermogen” per lamp kan berekend worden door het vermogen dat op de lamp vermeld staat te vermenigvuldigen met 0,33. Het vermogen voor twee 75 W in serie geschakelde lampen wordt dus ongeveer 25 W per lamp.
Voordeel: Gemakkelijk te maken, goedkoop en de lamp gaat veel langer mee, waarschijnlijk vele jaren. Nadeel: Niet elk wattage kan gekozen worden en de lamp geeft aanzienlijk minder licht.

Dimmer:
Met behulp van een dimmer is de spanning eenvoudig in te stellen. In de tegenwoordige dimmers zit een zogenaamde triac. Deze schakelt de spanning heel snel aan en uit (ongeveer 100 keer per seconde) waardoor een deel van de sinus-golf afgekapt wordt en de (effectieve) spanning daalt.
Voor dit experiment heb ik een dimmer gebruikt die ik nog in de schuur had liggen. Ik heb de dimmer op een spanning van 175 V ingesteld. De spanning kan gemeten worden met een eenvoudige analoge multimeter met wijzer, deze zijn verkrijgbaar vanaf €5,=. Om dit goed te kunnen instellen moet de dimmer belast worden, in mijn geval met een lamp van 75 W. De aangesloten 75 W gloeilamp brandt iets minder fel maar dit is nauwelijks zichtbaar. Natuurlijk geeft de lamp ook minder warmte af. Uit de tabel kan het vermogen (wattage) afgelezen worden. Voor de 75W lamp die ik op 175 V had ingesteld wordt het vermogen ongeveer 48 W. De lamp gedimd met de dimmer ging na ruim 8 maanden stuk. Omgerekend komt dit neer op zo'n 3570 branduren, bijna drie keer langer dan de gemiddelde levensduur.
Helaas werkt niet elke dimmer even goed. Eerder had ik een stekkerdimmer van het merk Elro uitgeprobeerd die geschikt is voor een vermogen van 40 tot 300 W. Een 75 W lamp aangesloten op deze dimmer was na 390 uur al doorgebrand. Wat opviel was dat de lamp niet op een constant niveau brandde, af en toe zwak dan weer fel. Een meting met de spanningsmeter liet hetzelfde onrustige beeld zien, blijkbaar heb je ook nog kwaliteitsverschil in dimmers, of ik had gewoon een maandagochtend exemplaar.
Voordeel: Gemakkelijk, elk gewenst vermogen is in te stellen. Nadeel: niet elke dimmer werkt even goed zeker niet bij een geringe belasting.

Voorschakelapparaat voor TL-armatuur:
Toen ik mijn broer vertelde van mijn bevindingen, kwam hij met een andere oplossing. De spanning kan ook verlaagd worden door een voorschakelapparaat (VSA) voor TL-armatuur in serie te zetten met een gloeilamp. Door weer de spanning over de gloeilamp te meten kan het nieuwe vermogen (wattage) afgelezen worden uit de tabel. Verder wordt in de tabel de stroom vermeld bij verschillende spanningen. Dit is belangrijk omdat het VSA niet te zwaar belast mag worden, de stroom mag namelijk niet hoger zijn dan de aangegeven waarde op het VSA. De voorschakelapparaten die ik nog had liggen zijn geschikt voor 20 of 40 W TL buizen en zijn te gebruiken tot een stroom van 380 tot 430 mA. Bij een 20 W VSA in serie met een gloeilamp van 75 W komt er een spanning van 170 V over de lamp te staan. Uit de tabel is af te lezen dat er een stroom gaat lopen van 272 mA. Bij dezelfde 75 W lamp in combinatie met een 40 W VSA komt en een spanning van 180 V over de lamp te staan; nu gaat er een stroom van 281 mA lopen. In beide gevallen blijven we dus ruim binnen de veiligheidsmarge.



Tabel: Vermogen (P) en stroom (I) bij verschillende voltages (U) voor een 25, 40, 60 en 100 W gloeilamp. Het vermogen is berekend met de volgende formule P=P(lamp)*(Voltage/230)^1,6.



25 W lamp
40 W lamp
60 W lamp
75 W lamp
100 W lamp
U, V
P, W
I, mA
P, W
I, mA
P, W
I, mA
P, W
I, mA
P, W
I, mA
10
0,2
17
0,3
27
0,4
40
0,5
50
0,7
66
20
0,5
25
0,8
40
1,2
60
1,5
75
2,0
100
30
1,0
32
1,5
51
2,3
77
2,9
96
3,8
128
40
1,5
38
2,4
61
3,7
91
4,6
114
6,1
152
50
2,2
44
3,5
70
5,2
104
6,5
131
8,7
174
60
2,9
49
4,7
78
7,0
116
8,7
146
11,6
194
70
3,7
53
6,0
85
8,9
128
11,2
160
14,9
213
80
4,6
58
7,4
92
11,1
138
13,8
173
18,5
231
90
5,6
62
8,9
99
13,4
149
16,7
186
22,3
248
100
6,6
66
10,6
106
15,8
158
19,8
198
26,4
264
110
7,7
70
12,3
112
18,4
168
23,0
209
30,7
279
120
8,8
74
14,1
118
21,2
177
26,5
221
35,3
294
130
10,0
77
16,1
123
24,1
185
30,1
232
40,1
309
140
11,3
81
18,1
129
27,1
194
33,9
242
45,2
323
150
12,6
84
20,2
135
30,3
202
37,8
252
50,5
336
160
14,0
87
22,4
140
33,6
210
42,0
262
56,0
350
170
15,4
91
24,7
145
37,0
218
46,2
272
61,7
363
180
16,9
94
27,0
150
40,5
225
50,7
281
67,6
375
190
18,4
97
29,5
155
44,2
233
55,2
291
73,7
388
200
20,0
100
32,0
160
48,0
240
60,0
300
80,0
400
210
21,6
103
34,6
165
51,9
247
64,8
309
86,5
412
220
23,3
106
37,3
169
55,9
254
69,9
318
93,1
423
230
25,0
109
40,0
174
60,0
261
75,0
326
100,0
435

Het VSA wordt warm, ongeveer 40°C. Deze warmte kan eventueel benut worden door het VSA onder het terrarium aan te brengen. Bij normaal gebruik wordt een VSA warm maar mag niet gloeiend heet worden.
Een VSA is een spoel en heeft daarom nog een extra voordeel. Normaal gesproken gaat er bij het aanzetten van een gloeilamp even een hoge stroom lopen omdat de gloeidraad dan nog koud is en een lage weerstand heeft. De gloeidraad brandt daarom vaak door bij het aanzetten. Deze inschakel-stroompiek wordt nu beperkt door de spoel van het VSA, hierdoor zal de lamp minder belast worden bij het aanzetten. Bij het uitschakelen van de lamp kan er, net als bij ouderwetse TL-armaturen, een klein vonkje in de schakelaar ontstaan. Hierdoor zullen de contactpunten van de schakelaar of schakelklok op dun duur inbranden. Dit is eenvoudig te verhelpen door een ontstoringscondensator (100 Ω, 0,1 µF) over de 230V te zetten (zie figuur).
Figuur: Serie schakeling van gloeilamp met voorschakelapparaat (VSA). Inbranden van de contacten van een schakelaar kan eventueel voorkomen worden door een ontstoringscondensator (in stippellijn) over de 230 V te zetten.

Op dit moment brandt de gloeilamp 13000 uur, dat is ruim 13 keer langen dan normaal.
Voordeel: De gloeilamp brandt constant en gaat waarschijnlijk lang mee, hoewel dit nog in de praktijk bewezen moet worden. Het nadelige effect van de hoge inschakelstroom wordt verminderd. Nadeel: Niet elk vermogen kan ingesteld worden, geen kant-en-klaar oplossing, energieverlies in het VSA (kan eventueel benut worden).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten