wetgeving

De soort is beschermd en valt onder Appendix II van het CITES verdrag. Dit betekent dat het overdragen en houden van deze soort geregeld wordt middels overdrachts- en bezitsontheffingen. Voor aantoonbaar in gevangenschap gefokte Griekse landschildpadjes van de tweede generatie is een bezitsontheffing van het Ministerie van Economische Zaken niet nodig, een EU-certificaat (CITES) is wel vereist.
De wetgever eist dat de dieren gemerkt worden met een microchiptransponder zodra ze een gewicht van 500 g hebben bereikt. Dit wordt gedaan in de linker achterpoot.


In de toekomst wordt het misschien mogelijk om de dieren te identificeren met behulp van fotoregistratie. Bijhouden van een goede administratie door tenminste jaarlijks te wegen en meten en het fotograferen van zowel het rug- als buikschild is dan belang.